Dynamic Mix kwartaalupdate: Tegenvallende groei in de VS en toenemende handelsonzekerheid verzuurden al het beleggerssentiment tijdens het eerste kwartaal
Terugblik
Het eerste kwartaal van 2025 bleek behoorlijk turbulent op de financiële markten. Na een goede start voor risicovolle activa, verzuurde het beleggerssentiment in de tweede helft van het kwartaal. Vooral Amerikaanse aandelen kregen het moeilijk door tekenen van een afzwakkende groei in de VS, de oplopende beleidsonzekerheid en de release van het DeepSeek's AI-model dat tegen een fractie van de kosten van zijn concurrenten werd getraind. Opmerkelijk was ook de sterke outperformance van Europese en Chinese aandelen, die al in januari begon en het hele kwartaal doorging. Ook voor obligatiebeleggers bracht het eerste kwartaal veel volatiliteit nadat Duitsland een enorm fiscaal pakket aankondigde om de defensie- en infrastructuuruitgaven op te drijven.
Over het algemeen waren er op macro-economisch gebied voorzichtige tekenen van verbetering in de activiteitsgegevens uit de rest van de wereld, terwijl de Amerikaanse groei in het eerste kwartaal tegenviel.
In de aanloop naar het eerste kwartaal vroegen beleggers zich vooral af welke beleidsmaatregelen de nieuwe Trump-regering nu effectief zou nemen. Tijdens zijn verkiezingscampagne had Donald Trump het vooral over handelstarieven op Amerikaanse import, lagere energieprijzen, deregulering en mogelijke belastingverlagingen. Sinds zijn verkiezingsoverwinning voegde de Trump-administratie ook overheidsbezuinigingen toe aan de beleidsagenda. In de loop van het kwartaal werd duidelijk dat de onmiddellijke beleidsfocus van de regering op de handelstarieven lag, wat naar verwachting de groeivooruitzichten negatief zal beïnvloeden. Deregulering en mogelijke belastingverlagingen, die naar verwachting de groei zouden stimuleren, waren vooralsnog geen prioriteit. Deze focus op handelstarieven verhoogde de beleidsonzekerheid en woog afgelopen kwartaal duidelijk op het Amerikaanse consumenten- en ondernemersvertrouwen. Bovendien verzwakte de beslissing van de Amerikaanse regering om de overheidsuitgaven te verminderen via het Department of Government Efficiency (DOGE) de groeivooruitzichten verder. Het zwakkere consumenten- en ondernemersvertrouwen, samen met de verminderde overheidsuitgaven, leidden tot neerwaartse herzieningen van de Amerikaanse groeiverwachtingen.
Een lichtpunt was evenwel dat de Amerikaanse arbeidsmarkt goed standhield tijdens het voorbije kwartaal, ook al vertraagde het tempo van de banengroei licht. De werkloosheidsgraad bleef stabiel rond 4,1%. De inflatie kwam iets hoger uit dan verwacht, aangezien de Amerikaanse kerninflatie (core CPI) in januari '25 en februari '25 respectievelijk 0,45% en 0,23% bedroeg. Gezien deze achtergrond van zwakkere groeisignalen maar een stabiele arbeidsmarkt en iets hogere inflatiecijfers, hield de Amerikaanse centrale bank haar beleidsrente gedurende het kwartaal ongewijzigd.
Ook in Europa kregen we een grote beleidswijziging op politiek vlak, meer bepaald een fiscale aardverschuiving. Het Europese continent besliste immers om haar defensie-uitgaven fors op te trekken. Dat volgde op de Duitse verkiezingen van 23 februari, waar de nieuwe regeringscoalitie een hervorming van de wettelijke schuldenrem voorstelde om hogere defensie-uitgaven mogelijk te maken, naast de oprichting van een infrastructuurfonds van €500 miljard. Tegelijkertijd toonde de Duitse maakindustrie tekenen van herstel, waarbij de PMI-indicator voor de productiesector verbeterde van 42,8 naar 46,6 tegen het einde van Q1 '25. Anderzijds blijft de houdbaarheid van dit herstel onzeker vanwege de handelszorgen. In deze context verlaagde de Europese Centrale Bank (ECB) haar beleidsrente met 50 basispunten over het kwartaal en verlaagde ze haar groeiverwachting voor 2025 met 20 basispunten naar 0,9% in 2025.
In China overtrof de reële economische groei in Q4 '24 de verwachtingen ( + 5,4% j/j vs. +5% j/j verwacht). Ook in Q1 '25 kwamen de gepubliceerde Chinese activiteitsgegevens over het algemeen iets hoger uit dan verwacht. Terwijl de meeste grote centrale banken de beleidsrente verlaagden of ongewijzigd hielden, bleek de Bank of Japan (BoJ) een uitzondering door haar beleidsrente in januari '25 met 25 basispunten te verhogen omwille van de aanhoudende opwaartse inflatiedruk.
Op de valutamarkten verzwakte de handelsgewogen US Dollar Index (GS USD TWI) met 1,9% door de zwakkere Amerikaanse groeisignalen. Zo won de EUR 4,3% opzichte van de USD tijdens het voorbije kwartaal.
In deze context verloren wereldwijde aandelen 2,1% in lokale valuta en 5,4% in euro gedurende het eerste kwartaal (MSCI AC World NR index). Amerikaanse aandelen (MSCI USA NR in euro) presteerden opvallend zwak met een verlies van 8,6%. Japanse aandelen verloren 3,8% in euro. Aandelen van de opkomende markten wonnen 2,7% in lokale valuta, maar in euro uitgedrukt betekende dit een verlies van 1,3%. Binnen de opkomende markten presteerden Chinese aandelen (MSCI China NR in euro) wel sterk met een rendement van +10,3% dankzij de betere Chinese groei en de aanhoudende steunmaatregelen.
Kijkend naar de prestaties van de wereldwijde MSCI-sectoren in euro, waren IT en de Cyclische Consumentengoederen de sectoren die de zwaarste klappen incasseerden, meer bepaald repectievelijk -15,6% en -11,5%. De release van het nieuwe AI-model door het Chinese DeepSeek riep immers heel wat vragen op over de groeiverwachtingen en winstmarges van AI-gerelateerde aandelen. Energie was de best presterende sector met een winst van 5,5%. Ook Financials, Consumentengoederen, Gezondheidszorg en de sector van de nutsbedrijven konden kleine positieve rendementen boeken gedurende het kwartaal.
Op de obligatiemarkten daalde de rente op Amerikaanse 10-jarige staatsobligaties met 33 basispunten over het kwartaal, terwijl de rentes van andere Westerse staatsobligaties veelal stegen. Terwijl de rente op Britse 10-jarige staatsobligaties licht steeg, klommen de Duitse en Japanse 10-jaarsrentes elk met 0,4%.
Als gevolg hiervan leverden euro staatsobligaties -1,3% op in het eerste kwartaal van 2025 (Bloomberg Euro Aggregate: Treasury). Euro IG bedrijfsobligaties (Bloomberg Euro Aggregate: Corporates EUR) eindigden het kwartaal onveranderd. Euro High Yield bedrijfsobligaties (ICE BofA Euro High Yield) wonnen 0,6% gedurende het kwartaal.
Bron van gegevens die in het marktoverzicht worden genoemd: MSCI, Bloomberg en Refinitiv Eikon. Gegevens per eind maart 2025 (Refinitiv Eikon bron voor marktperformances, Bloomberg voor economische data).
Vooruitblik
De wereldwijde groei ondervindt nog steeds steun van het soepelere monetaire beleid en van een private sector, die momenteel in goede gezondheid verkeerd. Echter, na de aankondiging van de Amerikaanse handelstarieven op ‘Liberation Day’ (2 april), zijn de neerwaartse risico’s voor de wereldeconomie aanzienlijk toegenomen. De aangekondigde tarieven gingen immers verder dan verwacht waardoor een escalatie van handelsspanningen niet uit te sluiten valt.
De verwachting is nu dat de economische groei in de VS onder de 1% zal zakken tegen eind 2025, aangezien de handelstarieven, maar ook de beslissing van de Amerikaanse overheid om te snoeien in het overheidsapparaat (DOGE) en het strengere immigratiebeleid waarschijnlijk een aanzienlijke rem op de vraag zullen zetten. Deze rem kan mogelijks worden versterkt door een verdere daling van het vertrouwen bij consumenten en ondernemers evenals via een verstrakking van de financiële condities. Een belangrijk aandachtspunt is ook of dit zal leiden tot een forse verslechtering van de arbeidsmarkt. Potentiële steun kan komen van nieuwe handelsakkoorden, wat de uiteindelijke handelstarieven nog zou kunnen verlagen.
In de Eurozone zagen we tijdens het eerste kwartaal van 2025 aantrekkende groeisignalen (bv. een opleving van de kredietgroei). Going forward lijkt het er echter op dat de Amerikaanse handelsbarrière de groei de komende kwartalen aanzienlijk zal afzwakken. De verwachte daling van de winstmarges vergroot de kans dat Europese bedrijven zullen snoeien in de werkgelegenheid. Anderzijds kan het vooruitzicht van de extra fiscale impuls in 2026/27, die volgens ons de de economische groei in de Eurozone de komende jaren boven het LT-gemiddelde zal duwen, ervoor zorgen dat bedrijven toch opteren om personeel aan boord te houden.
Chinese beleidsmakers hebben hun groeidoelstelling voor 2025 vastgesteld op (ongeveer) 5% en de fiscale targets lijken te wijzen op extra steunmaatregelen. Ook de versoepeling van het monetaire beleid zal doorgaan ondanks de verlaging van de inflatiedoelstelling. Deze 5% groeidoelstelling voor de Chinese economie lijkt erg uitdagend na de laatste tariefaankondigingen en roept op tot een snellere inzet van de bestaande stimuleringsruimte.
We verwachten dat inflatie verder zal convergeren naar de target, maar vooral in de VS zal deze trend vertraagd worden door de handelstarieven. De verhoging van het effectieve tariefpercentage in de VS zal naar verwachting de kerninflatie in de VS aanzienlijk hoger duwen tegen het einde van 2025. Mits de inflatieverwachtingen verankerd blijven, zal dit een éénmalige stijging van het prijsniveau zijn en zou de inflatieconvergentie in de VS volgend jaar terug moeten hervatten. In de Eurozone was de diensteninflatie duidelijk aan het afzwakken, terwijl de loongroei naar verwachting verder zal matigen. De handelstarieven en mogelijke vergeldsingsmaatregelen kunnen de inflatie in de Eurozone tijdelijk wat doen toenemen. Op middellange termijn zullen de tarieven waarschijnlijk eerder deflatoir zijn voor de Eurozone, aangezien de groei dit jaar waarschijnlijk zal afnemen en China mogelijk zal proberen om met lagere prijzen haar export naar Europa op te drijven.
De Amerikaanse centrale bank zal waarschijnlijk geconfronteerd worden met een inflatieopstoot terwijl de economiche groei aanzienlijk lager zal uitkomen dan eerder verwacht. Mits de Fed er vertrouwen in heeft dat de inflatieverwachtingen onder controle blijven, zal ze reageren op de zwakkere arbeidsmarkt door haar beleidrente verder te verlagen. De de Europese Centrale Bank (ECB) zal een evenwicht moeten vinden tussen de neerwaartse druk op de korte termijn-groei en de fiscale stimulus de komende jaren. De ECB leek afgelopen tijd meer vertrouwen te krijgen in de inflatieconvergentie, waardoor we verwachten we ze haar beleidsrente zal verlagen naar neutraal ( in de buurt van 1,75-2,25%) met het risico dat ze nog dieper zal moeten zakken als de arbeidsmarkt gevoelig zou verzwakken.
Rekening houdend met ons basisscenario (= het meest waarschijnlijke scenario, maar situatie blijft erg onzeker) waarbij de Amerikaanse economie zal vertragen maar een recessie nipt zal kunnen vermijden, hebben de Patrimonial-fondsen begin april de aandelenweging wat afgebouwd maar blijven ze voorzichtig constructief voor aandelen. De tariefaankondigingen vormen een neerwaarts risico voor de winstgroei en de aandelenwaarderingen. Structurele veranderingen kunnen de neerwaartse risico's in Europa en Japan gedeeltelijk compenseren. Het monetaire beleid, lagere rentes en mogelijke tariefonderhandelingen kunnen ook steun gaan bieden aan de aandelenmarkten. Het beleggerssentiment is fors gedaald en bevindt zich nu op niveaus die historisch gezien vaak een keerpunt inluiden voor ten minste een tijdelijk koersherstel. Tegen de huidige waarderingen is de risico/return-verhouding voor wereldwijde aandelen op middellange termijn verbeterd.
Op de obligatiemarkten lijken staatsobligaties in het algemeen niet onaantrekkelijk, aangezien de recente tariefaankondigingen de neerwaartse risico's voor de wereldwijde groei doen oplopen. Duitse obligatierentes kunnen op "relatieve basis" enigszins op een hoger niveau blijven gezien de forse toename van de geplande infrastructuur- en defensie-uitgaven. We erkennen dit neerwaartse risico voor Duitse staatobligaties aangezien markten het hogere kredietrisico voor Duitsland nog verder dienen in te prijzen, maar geven er de voorkeur aan om dit te implementeren via een relatieve trade, namelijk onderwogen in Duits staatspapier tegenover overwogen in Britse staatsobligaties.
Na de tariefaankondiging werden we ook voorzichtiger voor bedrijfsobligaties omdat we dit zien als een goede hedge voor onze algemene portefeuillepositionering, die nog steeds licht pro-risico is. De spread voor bedrijfsobligaties (= extra vergoeding bovenop staatspapier) stond op historisch lage niveaus en de recente marktturbulentie deed deze spread fors oplopen; een stijging die ook de komende tijd nog enigszins kan verder gaan.
DISCLOSURE: The economic and market forecasts presented herein have been generated by Goldman Sachs Asset Management for informational purposes as of the date of this presentation. They are based on proprietary models and there can be no assurance that the forecasts will be achieved. Please see additional disclosures at the end of this presentation.
Positionering (voorbeelden, geen compleet overzicht van alle posities)
Aandelen | Vastrentende waarden |
We hadden heel het eerste kwartaal een kleine tot middelgrote overweging in aandelen. De wereldeconomie en de bedrijfswinsten toonden zich immers veerkrachtig. | De duratiepositie (rentegevoeligheid) bleef dicht bij neutraal. Kan mogelijks bescherming bieden tegen het recessierisico bij een eventuele handelsoorlog. |
Binnen aandelen behielden we de voorkeur voor Amerikaanse (tech) aandelen, maar minder uitgesproken dan enkele maanden terug De lichte voorkeur voor Japan werd vervangen door een lichte voorkeur voor de Eurozone |
Staatsobligaties verder gediversifieerd via long future-posities in 10-jarige Britse en Amerikaanse staatsobligaties (naast de gebruikelijke eurostaatsobligaties) |
IT bleef de favoriete sector (sell-off na DeepSeek-nieuws lijkt overdreven). Ook een duidelijke voorkeur voor Financials. | Naast de posities in investment grade-bedrijfsobligaties en staatsobligaties, bleef de kleine, niet in de benchmark opgenomen positie in obligaties van opkomende landen behouden. |
Bron: Multi Asset Solutions, Goldman Sachs Asset Management BV. Per eind Maart 2025
DISCLOSURE: Portfolio holdings and/or allocations shown above are as of the date indicated and may not be representative of future investments. The holdings and/or allocations shown may not represent all of the portfolio's investments. Future investments may or may not be profitable.
Any mention of an investment decision is intended only to illustrate our investment strategy and is not indicative of the performance of our strategy as a whole. It should not be assumed that any investment decisions shown will prove to be profitable or any future investment decisions will be profitable or equal the performance of the investments discussed herein. The holdings and/or allocations shown may not represent all of the strategy’s investments. Please contact your Goldman Sachs Asset Management representative to obtain the holdings presented above as well as each holding’s contribution to performance and a complete list of past recommendations. Please see additional disclosures in the appendix.
Bron: Goldman Sachs Asset Management BV, eind Maart 2025 strategische mix
Fondsbeschrijving
De Dynamic Mix-fondsen beleggen vooral in gespreide portefeuilles van internationale aandelen- en vastrentende fondsen (fondsen die beleggen in aandelen of vastrentende instrumenten) en in vastrentende instrumenten. De fondsen zijn er in vijf verschillende beleggingsprofielen, van zeer defensief (strategische verdeling van 90% vastrentende waarden en 10% aandelen) tot zeer offensief (strategische verdeling van 10% vastrentende waarden en 90% aandelen). De fondsen hebben tot doel beter te presteren dan de samengestelde vergelijkingsmaatstaf, die bestaat uit de Bloomberg Barclays Euro Aggregate-index voor de strategische allocatie aan vastrentende waarden en de MSCI All Country World Net-index voor de strategische allocatie aan aandelen. De fondsen proberen deze doelstelling vooral te bereiken door beslissingen te nemen over de verhouding tussen beleggingscategorieën en de selectie van individuele beleggingen. Voor meer informatie over de Dynamic Mix-fondsen (zoals het beleggingsbeleid en de risico's verbonden aan dit product) verwijzen we u naar de fondsdetailpagina: Goldman Sachs Dynamic Mix I, Goldman Sachs Dynamic Mix II, Goldman Sachs Dynamic Mix III, Goldman Sachs Dynamic Mix IV en Goldman Sachs Dynamic Mix V.